Waarom ventileren?

De lucht binnenshuis wordt elke dag vervuild door de bewoners (door te ademen, zweten), door hun activiteiten (koken, douchen, verwarmen en roken), maar ook door het huis zelf (radon, vluchtige organische stoffen, verf, detergenten, …). Overvloedige isolatie en onvoldoende ventilatie creëren samen een muffe en vervuilde lucht die verschillende ongemakken met zich meebrengt zoals mijten, schimmelvorming, overbrengen van virussen, bacteriën, vochtophoping en de concentratie van schadelijke chemische gassen zoals CO2.

Een slecht binnenhuisklimaat kan ademhalingsproblemen, een droge keel, oogirritatie, hoofdpijn, allergieën, concentratieverlies, energietekort, slaperigheid, … veroorzaken. Een teveel aan vocht in huis kan op zijn beurt geurtjes, condensatie en schimmelvorming met zich meebrengen. Daarom is het uitermate belangrijk om grondig en op regelmatige basis te ventileren.

Veel mensen zijn ervan overtuigd dat het raam af en toe openen volstaat. Het effect dat je hiermee bereikt is echter tijdelijk en ventileren via open ramen gebeurt niet gecontroleerd, wat een energieverlies met zich meebrengt. Bovendien brengt het openen van ramen andere problemen met zich mee zoals: geluidshinder, verhoogde kans op inbraak, het binnendringen van insecten en zo verder. Continu en gecontroleerd ventileren is de enige efficiënte manier om een gezond binnenklimaat te garanderen.

Het is absoluut van belang uw woning goed te ventileren, niet alleen voor uw woning zelf, maar ook voor uw eigen gezondheid.

Hoe ventileren?

Natuurlijke en mechanische ventilatie (systeem C)

De meeste woningen worden via natuurlijke ventilatie geventileerd. Bij natuurlijke ventilatie wordt via speciale openingen en kanalen verse lucht aangevoerd en verbruikte lucht afgevoerd. Bijvoorbeeld door middel van ventilatieroosters boven de ramen.
Daarnaast kan de woning voorzien zijn van mechanische ventilatie. Via openingen wordt de toevoer van lucht geregeld. Deze lucht wordt vervolgens met een ventilator weer uit de woning afgezogen. De ventilator zuigt de lucht meestal uit vanuit de keuken, het toilet en/of badkamer. Bij beide manieren van ventilatie wordt de warmte die in de woning heerst, niet teruggewonnen.

Balansventilatie (Systeem D)

Balansventilatie betekent dat lucht mechanisch naar binnen wordt gevoerd en dezelfde hoeveelheid lucht ook weer uit de woning wordt gezogen. In de woon- en slaapkamers worden inblaaspunten aangebracht. De afzuigpunten bevinden zich in de keuken, toilet en/of badkamer. Door warmte met een warmtewisselaar uit de afgezogen lucht te halen (tot wel 90%) en hiermee de koude inblaaslucht te verwarmen, wordt energie bespaard.

Hybride ventilatie

Vooral in de woningbouw winnen hybride ventilatiesystemen aan belangstelling. De zogenaamde hybride systemen laten meer ruimte voor natuurlijke ventilatie bij een gelijkblijvende energiebesparing. Dergelijke systemen maken gebruik van zelfregelende toevoerroosters en aanwezigheidsensoren die de volumestroom aan frisse lucht dan automatisch regelen. Dit zogenaamde 'vraaggestuurde ventileren' is meer dienstbaar van karakter dan het balansventilatiesysteem, terwijl er nog steeds op het energieverbruik wordt gelet.